Vraag 2: Concurrentiebeding
Een auteur vraagt zich af of het toegestaan is om na het afronden van werkzaamheden voor de ene uitgever, om voor een andere uitgever aan het werk te gaan; of tegelijkertijd voor verschillende opdrachtgevers, maar binnen verschillende vakinhoudelijke domeinen.
Kom je met je opdrachtgever geen concurrentiebeding overeen, dan mag je ook voor andere opdrachtgevers aan de slag. Maar als je bij een uitgever een concurrentiebeding hebt getekend, dan is de kans groot dat dat niet zomaar mag.
Voor concurrentiebedingen geldt dat ze niet ‘onredelijk bezwarend’ mogen zijn. In de praktijk betekent dit dat een concurrentiebeding gesloten mag worden als de zaken duidelijk afbakent, op een niet onnodig ruime manier. Zo’n afbakening kan slaan op een tijdsperiode gedurende welke het beding van kracht is, of op een omschrijving van het soort onderwerpen waarover niet voor andere uitgevers mag worden geschreven. Hoe minder een concurrentiebeding de vrijheden van jou als auteur inperkt, hoe redelijker en minder bezwarend het zal zijn. In veel contracten staat een clausule op basis waarvan het is toegestaan om na schriftelijke toestemming van de ene opdrachtgever voor de andere te werken. In dat geval is een en ander in ieder geval bespreekbaar.
Als een voorgelegd contract een concurrentiebeding bevat, probeer daar dan over te onderhandelen. Bij voorkeur wordt het hele beding verwijderd. Een alternatief kan het sluiten van een geheimhoudingsbeding tot het moment van publicatie zijn; na het verschijnen van de uitgave is de kennis immers “out there”. Om diezelfde reden kun je proberen de tijdsduur te beperken tot het moment van publicatie als de uitgever toch aandringt op het sluiten van een concurrentiebeding.
Dat deze onderhandelingen mogelijk, maar ook lastig kunnen zijn, blijkt uit een ons bekend geval waarin een auteur het concurrentiebeding na een jaar onderhandelen uit het contract heeft gekregen en kon laten vervangen door een geheimhoudingsverklaring.
Bij onderhandelingen, zoals over een concurrentiebeding is het ook van belang te weten hoe ‘onmisbaar’ jij bent. Met die onmisbaarheid van jou als auteur kun je twee kanten op redeneren: Als jij onmisbaar bent, dan zal een uitgever wellicht sneller bereid zijn akkoord te gaan met jouw eisen. Aan de andere kant, kun je je als je meer een soort invulwerk verricht wat door meerdere mensen kan worden gedaan, ook afvragen of het nu echt zoveel uitmaakt als je ook werkzaamheden voor een andere uitgever verricht.
De auteur wil na het afronden van de huidige opdracht een opdracht doen bij een andere opdrachtgever, voor hetzelfde vak, maar een andere doelgroep. De methode in zijn geheel concurreert wel met die andere. Is het verstandig dat met de uitgever van de eerste opdracht te delen?
Voor een deel hangt het af wat er precies in het concurrentiebeding staat, maar uiteindelijk is het iets waar je het beste zelf een afweging in maakt. Wel kun je je afvragen waarom zou je slapende honden wakker zou willen maken. Is de bewoording aspecifiek en wordt er alleen gesproken van concurrentie, dan kun je ervoor kiezen om af te wachten of de uitgever er überhaupt een punt van maakt. Is dat het geval, dan kun je aangeven dat het vanwege de verschillende doelgroepen niet werkelijk concurrerend is. Dringt de uitgever aan dat het wel onder de aspecifieke bepaling moet worden geschaard, dan kun je aanvoeren dat het onnodig brede afbakening onredelijk bezwarend is en je het beding vernietigt. Het is vervolgens de vraag in hoeverre de uitgever een eventuele schadeclaim door wil zetten.
Zijn er zaken bekend waarbij mensen gepakt zijn op hun concurrentiebeding?
Een van de aanwezigen heeft zelf ervaring met ‘gedoe’. Hij is vakspecialist, heeft in het verleden concurrentiebedingen getekend zonder harde grenzen, zelfs zonder tijdsduur. In één geval deed een uitgever daar jaren na het op de markt verschijnen van de methode inderdaad moeilijk over. Het vervelende daarbij is natuurlijk dat als je gedoe hebt, de kans groot is dat je die opdrachtgever in het vervolg kwijt bent en er niet zo veel grote uitgeverijen in Nederland zijn.
Klik hieronder op één van de andere vragen:
- Vraag 1: Hoe zit het met de royaltyverdeling bij het schrijven van andermans biografie?
- Vraag 3: Een school kopieert uit mijn boeken: mag dat?
- Vraag 4: Is er een modelcontract voor educatieve auteurs?
- Vraag 5: Kan ik mijn uitgever om wijzigingen vragen voor of na ondertekening van mijn contract?
- Vraag 6: Moet ik akkoord gaan met een lagere vergoeding met als argument de coronacrisis?
- Vraag 7: Kan ik via de Auteursbond juridische ondersteuning krijgen bij een conflict met een opdrachtgever?
- Vraag 8: Wat is leenrecht, reprorecht en wat is Stichting Lira?
Ga hier terug naar de homepage.