Op zoek naar functionele leerdoelen (5)

In deze artikelenserie doe ik verslag van mijn zoektocht naar functionele leerdoelen in leermateriaal dat gepubliceerd wordt voor verschillende scholen. Een onderdeel van mijn zoektocht was mijn workshop tijdens de Dag van de Educatieve Auteur op 9 november jl. Meer daarover aan het eind van dit artikel.

 

Goals en objectives

Wie op internet zoekt naar publicaties over leerdoelen, vindt veel concrete informatie voor het hoger onderwijs, maar veel minder voor het vo en po. Er worden verschillende soorten leerdoelen met verschillende functies onderscheiden en het is prettig als deze ook duidelijk worden omschreven, voorzien van goede voorbeelden. Theorieën zijn er volop, maar het ontbreekt vaak aan goede voorbeelden, waarin echt wordt gedaan wat als leerdoel is gesteld.

Naar aanleiding van mijn vorige artikel wees Mark Breuker me bijvoorbeeld op een Britse website waarop als volgt onderscheid wordt gemaakt tussen learning goals en learning objectives :

  • Learning goal: a general statement that describes the intended competency and desired knowledge, skills and abilities a participant needs to successfully perform after an educational session. Example: Increase awareness of the importance of maintaining a healthy lifestyle.
  • Learning objective: A specific statement that describes exactly what a participant is intended to be able after completing the educational setting. Examples: By the end of this session, participants will be able to

          – list five ways they can reduce stress;

          – identify four exercises that will help increase cardio;

          – state five foods that will help lower cholesterol. Het is teleurstellend in dit voorbeeld dat de handelingswerkwoorden list, identify en state alleen betrekking hebben op knowledge. Ik had graag andere soorten voorbeelden gezien van het veel meer implicerende awareness.

Het genoemde onderscheid tussen goals en objectives wordt overigens niet vaak gebruikt in Engelstalige publicaties, en het lijkt me ook onnodig verwarrend. Gelukkig spreken we in het Nederlands alleen over (leer)doelen.

 

Wikiwijs

Nadat ik in mei had gelezen dat Wikiwijs deze zomer verbeterde versies van zijn leermaterialen met het Stercollectiekeurmerk ging publiceren, ging ik vol verwachting op zoek met mijn favoriete zoekterm ‘VOC’. Al snel vond ik een leermateriaaleenheid met keurmerk met de titel ‘Handelskapitalisme’, die voor het laatst was gewijzigd op 28 augustus 2019. Hierin staan de volgende leerdoelen:

 

Wat kan ik straks? Aan het eind van de opdracht:

– kun je in eigen woorden uitleggen waarom Nederlanders geïnteresseerd waren in de overzeese gebieden.

– geef je de betekenis van de afkortingen VOC en WIC weer.

– kun je uitleggen waarom de VOC en WIC werden opgericht.

– kun je illustreren hoe het economisch leven in de Republiek der Nederlanden veranderde.

– kun je in je eigen woorden beschrijven wat handelskapitalisme is.

 

Eindopdracht B: Logboek of Mindmap

Als je kiest voor eindopdracht B maak je een logboek of een mindmap.

Je laat met je eindproduct zien wat wordt verstaan onder het Nederlands handelskapitalisme in de 17e eeuw. In je eindproduct laat je zien hoe het Nederland economisch verging in deze periode.

Logboek Schrijf een logboek over een reis met een VOC-schip. Een logboek is een geschreven verslag van gebeurtenissen (tijdens een reis). Kijk hier voor informatie.

Mindmap Kijk in de Gereedschapskist en maak een Mindmap over het Nederlands handelskapitalisme in de 17e eeuw.

 

Beoordeling Je krijgt een goede beoordeling voor de opdracht als je eindproduct:

– informatie geeft over de overzeese expansie van de Republiek.

– informatie geeft over de VOC.

– informatie geeft over de veranderingen in het economisch leven in de republiek der Nederlanden.

– origineel is.

– op tijd klaar is.

 

Een probleem is dat dit leermateriaal zijdelings gaat over ‘handelskapitalisme’. Dit centrale begrip wordt niet uitgelegd in de tekst en de begrippenlijst en het wordt ook niet bevraagd in de eindtoets. Leerlingen zullen dan ook niet in staat zijn om in de eindopdrachten (logboek of mindmap maken) echt te laten zien ‘wat wordt verstaan onder het Nederlands handelskapitalisme’. Daarbij komt dat het laatste leerdoel (‘in je eigen woorden beschrijven’) toch echt een andere handeling inhoudt dan wat in de eindopdrachten wordt gevraagd.

Dit essentiële leerdoel functioneert dus niet goed. Ik vermoed dat het aan een eerdere versie is toegevoegd met het beoordelingscriterium van het eindproduct: ‘Kan ik wat ik moet kunnen? Heb je genoeg kennis over het handelskapitalisme in de Gouden Eeuw?’ Daar zal geen leerling nee op antwoorden.

Dit leermateriaal is niet in orde en ik benieuwd of dit uitzonderlijk is. Het zou mooi zijn als lezers ook eens gaan kijken naar ander recent gepubliceerd of aangepast Wikiwijsmateriaal (zie onder ‘Colofon’) en mij daarover informeren. Wellicht dat daarvoor wél geldt: ‘Er is niets overbodigs toegevoegd wat afleidt van het leerdoel’.

 

Syllabus en leerdoelen

Ik ontving ook een interessante reactie van collega-auteur Ingrid van der Wiel op de aandacht voor scheikunde in mijn derde artikel. Hierin stelt ze een voor educatieve auteurs belangrijke zaak aan de orde: hoe leid je van een examensyllabus functionele leerdoelen af voor een examenboek?

 

We hebben in Nederland een wettelijk examenprogramma per vak. In de uitwerking hiervan, de syllabus, is – in elk geval voor scheikunde – zeer nauwkeurig en helder geformuleerd wat leerlingen moeten kennen en kunnen voor het eindexamen. De leerdoelen staan dus vast. Het is heel belangrijk dat deze goed geformuleerd zijn, zodat leerlingen en leraren goed weten wat er geleerd moet worden. Deze stof is immers verplicht.

De leerdoelen moeten daarom naar mijn idee zo dicht mogelijk op de formulering uit de syllabus zitten, en tegelijkertijd begrijpelijk zijn voor leerlingen. Helaas is dat nu in de praktijk vaak niet het geval. Methoden geven hun eigen draai aan de leerdoelen. Kiezen eigen formuleringen, die vager zijn dan die uit de syllabus.  

 

De syllabus scheikunde (vmbo-gt/havo/vwo) bevat een beschrijving van wat leerlingen op hun examen moeten kennen en kunnen (het eindniveau). Er zal dus vanuit de syllabus een vertaalslag gemaakt moeten worden naar leerdoelen van een behapbare grootte, niet alleen einddoelen maar ook tussentijdse doelen (de weg er naartoe). 

 

In de syllabus scheikunde havo (CE 2019) staat als specificatie bij eindterm B1 deeltjesmodellen:

De kandidaat kan met een atoommodel van kern en elektronen de bouw van atomen en ionen beschrijven en daarbij de volgende begrippen hanteren:

– bouw van de kern;

               – protonen, neutronen

               – massagetal, atoomnummer

               – isotopen

– elektronenwolk;

               – opgebouwd uit verschillende schillen (K, L, M, …)

               – K-schil bevat maximaal 2 elektronen en de L-schil maximaal 8 elektronen

– lading en massa van elektronen, protonen en neutronen.

 

Dit is in NOVA als volgt herschreven:

In deze paragraaf leer je:

– de belangrijkste ontwikkelingen van het atoommodel te beschrijven;

– het atoommodel van Bohr te herkennen en te beschrijven;

– te beschrijven wat protonen, neutronen en elektronen zijn;

– de begrippen atoomnummer en massagetal toe te passen;

– te beschrijven wat isotopen zijn.

 

Als je deze twee met elkaar vergelijkt, vallen een paar dingen op.

11 Het eerste doel van NOVA staat niet in de syllabus: dit hebben de auteurs van het boek zelf toegevoegd als leerdoel. 

2 Het tweede en derde leerdoel lijken begrensd, maar zijn dat niet. Leerlingen hoeven niet het complete atoommodel van Bohr te kennen, maar slechts een deel ervan (het complete model bevat ook aspecten uit de kwantumfysica). Leerlingen hoeven niet te beschrijven wat elektronen, protonen en neutronen zijn, ze hoeven volgens de syllabus alleen de lading en massa ervan te kennen.

 

De leerdoelen in Nova zijn dus naar mijn idee juist niet beperkend, maar te ruim, te onduidelijk.

Het gevaar van zulke onduidelijke leerdoelen is dat docenten en leerlingen ervan uit gaan dat dit ook de verplichte stof is. Dat is pas beperkend. Want de methode vult veel in (leerdoelen, hoe ze te bereiken, in welke context), biedt extra stof, terwijl andere leerdoelen er soms bekaaid van af komen. Als de leerdoelen duidelijk zijn kunnen leerlingen en leraren veel beter hun eigen keuzes maken in hoe ze deze willen bereiken en wat ze nog aan extra’s willen doen.

 

De specificaties van de eindtermen scheikunde zijn zo specifiek dat ik me afvraag of vertaling naar leerdoelen nodig is. Het lijkt me heel functioneel om ze (vrijwel) letterlijk over te nemen in een examenboek .

Maar bij andere vakken ligt het anders. Bij geschiedenis is de CE-stof havo en vwo in syllabi uitgewerkt in teksten, waarin bijvoorbeeld staat: ‘Door de industrialisatie veranderde het handelskapitalisme in industrieel kapitalisme’ (havo 2022). Dat impliceert dat leerlingen moeten weten hoé de genoemde verandering plaatsvond en hoe die verandering door het eerstgenoemde fenomeen werd veroorzaakt. Deze kennis moeten ze kunnen toepassen door middel van (een vaste lijst van) vaardigheden op (vooraf meestal onbekende) tekst- of beeldbronnen.

Omdat elke zin in de syllabus zoveel inhoudt, is daar geen adequate lijst van specifieke leerdoelen van af te leiden. Dit is een van de redenen waarom in mijn eigen methode, Geschiedeniswerkplaats, is gekozen voor aanbodsdoelen, zoals: ‘In deze paragraaf leer je welke sociaaleconomische ontwikkelingen plaatsvonden (…) door de industriële revolutie.’ Anders dan in NOVA ontbreken dus ook handelingswerkwoorden en het ziet ernaar uit dat dit te maken heeft met het verschil tussen vakken zoals scheikunde en geschiedenis. Ik benieuwd hoe dat bij andere vakken zit.

 

Workshop

Tijdens de Dag van de Educatieve Auteur ging ik met zeventien deelnemers op zoek naar kenmerken van functionele leerdoelen. Na mijn inleiding gaven ze op mijn verzoek met handopsteken aan (zie de aantallen tussen haakjes) welke van de volgende functies van leerdoelen zij passend vonden voor leerlingen: motiveren (10), zelfsturing (8), samenhang met de context (13), informeren over: inhoud van de paragraaf (11), indeling van de paragraaf (3), te beheersen kennis en inzicht (11), uit te voeren handelingen (2), te beheersen vaardigheden (8) en wat leerlingen precies moeten leren (-).

De deelnemers gingen vervolgens in groepen aan het werk met eigen materiaal of met inhouden van curriculum.nl voor de verschillende vakgebieden aan de hand van de opdracht: Bepaal welke leerdoelen je over deze inhoud in je lesmateriaal zou opnemen. Bij de eindbespreking sprak een meerderheid een voorkeur uit voor het vermelden van leerdoelen met handelingswerkwoorden zoals ‘beschrijven’, ‘uitleggen’ en ‘toepassen’ met betrekking tot de lesinhoud, waarbij vooral de motiverende functie belangrijk werd gevonden.

Tot slot riep ik de deelnemers op om mee te werken aan een plan om samen een overzicht te maken van functionele leerdoelen van zoveel mogelijk vakken en hierover te publiceren in EduSchrift. Ook lezers kunnen zich per e-mail bij me aanmelden .

 

Noten

1 http://thepeakperformancecenter.com/business/learning/course-design/learning-goals-objectives-outcomes/learning-goals-learning-objectives/

2 https://maken.wikiwijs.nl/61306/Handelskapitalisme___hv123#!page-2080753

3 In Van Dale staat bij handelskapitalisme: ‘economische maatschappijvorm die voorafgaat aan het industriële kapitalisme’. Ik hanteer de definitie: kapitalisme waarbij handelaren de leiding hebben in de economie.

4 https://www.vo-content.nl/blog/hendrianne-wilkens/

5 https://www.examenblad.nl/examenstof/syllabus-2019-scheikunde-havo/2019/f=/scheikunde_havo_2_versie_2019.pdf

6 tomvandergeugten@gmail.com

 

Wat zoek je?