Maak kennis met je collega

  • Naam: Minke van Dam
  • Educatief auteur en redacteur sinds: 2008 (redacteur sinds 2003)
  • Status: zzp’er
  • Specialisatie: (eind)redactie en schrijven, vooral op het gebied van taal
  • Website: linkedin

Ik ben Minke van Dam, educatief auteur en (eind)redacteur voor verschillende uitgeverijen, vooral voor het basisonderwijs, maar ook (steeds meer) voor het voortgezet onderwijs. Ik heb meegewerkt aan allerlei methodes, maar mijn hart ligt bij taal. Daarnaast ben ik moeder van twee volwassen dochters (20 en 21), heb ik een leuke man en woon ik met veel plezier in Amersfoort. Naast mijn werk als auteur en redacteur doe ik vrijwilligerswerk bij het Taalhuis van de Bibliotheek Amersfoort. Ik begeleid bijeenkomsten voor hogeropgeleiden uit het buitenland die Staatsexamen NT2 (niveau B2) willen doen. We oefenen met name spreekvaardigheid.

‘Alle mogelijke uitgeverijcursussen heb ik gedaan’

Toen ik (ergens in de vorige eeuw) afstudeerde als orthopedagoog (met specialisatie school- en leerproblemen), lagen de banen niet voor het oprapen. Dolgraag was ik als schoolbegeleider bij een onderwijsbegeleidingsdienst aan de slag gegaan, maar meer dan een paar jaar projectmedewerker bij het Paedologisch Instituut in Amsterdam zat er niet in. Ik ben toen gaan werken als bureaumanager c.q. cursuscoördinator bij de Vakopleiding Boekenbranche en heb daar zelf ook alle mogelijke uitgeverijcursussen gevolgd: basiscursus uitgeven, redigeren, bureauredactie, pr, grafische productie, enzovoort. Ik houd van taal en zag toen misschien al een toekomst als auteur of redacteur. Na tien jaar, toen mijn tweede dochter geboren was, besloot ik de verkorte PABO te gaan doen. Toen ik werkzaam was als leerkracht (groep 3 en 4) werd ik door een oud-collega gebeld: of ik redacteur wilde worden voor Mini Informatie, een serie informatieve boekjes voor het documentatiecentrum van de (school)bibliotheek, bedoeld voor groep 3 tot en met 5. Daar hoefde ik niet lang over na te denken! Toen ik er na een jaar of vijf achter kwam dat het werken in het onderwijs het niet helemaal was voor mij, heb ik mijn baan opgezegd. Bij Noordhoff, die destijds Mini Informatie uitgaf, zochten ze nog wel auteurs voor een nieuw project. En tja, als je eenmaal in de kaartenbak zit… Ik heb me meteen als zzp’er laten inschrijven.

Nu ook vertaler

Ik ben auteur en redacteur voor het basisonderwijs (taal, lezen en zaakvakken), maar ook steeds meer voor het voortgezet onderwijs. Op dit moment werk ik aan de informatieve boekjes van Kijkdoos en Mini Informatie (voorheen Noordhoff, nu Ars Scribendi), Rondje Verkeer (Veilig Verkeer Nederland) en Leswijs, een methode Nederlands (Dedact). Andere methodes waaraan ik als auteur of redacteur meewerkte, zijn o.a. Op Niveau Nederlands, Got it?! Taal, Flits (voortgezet technisch lezen), Wijzer! Verkeer, Wijzer! Natuur en techniek en Leefwereld. 

Behalve auteur en redacteur mag ik mijzelf sinds vorig jaar ook vertaler noemen. Voor Ars Scribendi vertaalde ik Engelse boeken over dieren en over sociaal-emotionele onderwerpen (faalangst, transgenders, enzovoort). Tussendoor doe ik ook correctieopdrachten. Voor Van Dale corrigeer ik bijvoorbeeld al jarenlang de taalscheurkalenders en allerlei andere uitgaven. Mijn werk bestaat voor de helft uit schrijven en voor de helft uit redactie. Juist die afwisseling maakt het zo leuk. 

Kibbeling tegen een writer’s block

Ik werk over het algemeen alleen en heb – heel luxe – een eigen werkappartement, op 200 meter afstand van mijn woonhuis, waar ik elke dag braaf naartoe ga. Meestal begin ik wat later in de ochtend, om een uur of tien. Maar soms ben ik ook ’s avond aan het werk. Bijvoorbeeld als ik overdag last had van een writer’s block en ’s avonds ineens de geest krijg. Of als ik een leuke klus heb, waar ik zo enthousiast over ben dat ik niet wil stoppen. Of als mijn dochters aan de keukentafel zitten te blokken voor een tentamen, dan vind ik het ook gezellig om aan te schuiven. 

Elke auteur heeft wel eens last van een writer’s block, ik ook. Inmiddels weet ik dat het niet helpt om het tegen heug en meug te blijven proberen. Meestal ga ik op zo’n moment even wandelen, kibbeling halen bij de visboer, iemand bellen om te lunchen of koffie te drinken, stofzuigen, de vaatwasser uitruimen, … Als het daarna nog niet lukt, gaat de laptop uit en probeer ik het de volgende dag opnieuw. Dan is de writer’s block meestal wel opgelost.

Ik vind het een groot voordeel van mijn werk als auteur dat ik de vrijheid heb om mijn eigen tijd in te delen, zodat ik bijvoorbeeld overdag bij mijn moeder op bezoek kan, die haar heup heeft gebroken en op een revalidatieplek zit. Dan werk ik ’s avonds gewoon wat langer door. Een nadeel van dit werk is natuurlijk het onzekere bestaan. Er zijn projecten geweest waar ik veel tijd in gestoken heb, maar die helemaal niets opgeleverd hebben, omdat de royalty’s erg tegenvielen. Gelukkig kan ik tot nu toe goed van het auteurswerk leven, maar over mijn pensioen durf ik nog niet na te denken …

‘Je hebt toch ook nog nooit een dino gezien?’

Het meest trots ben ik op de boekjes die ik voor Mini Informatie en Kijkdoos (informatieve boekjes voor groep 1 tot en met 4) schreef. Het zijn er inmiddels meer dan veertig! De boekjes worden op veel scholen gebruikt en staan in vrijwel elke bibliotheek. Het is elke keer weer zo leuk als de koerier een doos met boekjes komt brengen, vers van de pers. Ook al heb ik de proeven uitgebreid bekeken, het blijft een verrassing hoe het boekje er uiteindelijk uitziet.

Voor deze series heb ik geschreven over de meest uiteenlopende onderwerpen: dino’s, het stinkdier, slapen, scheiden, de politie, poep, ridders, de cavia, de mol, scouting, windsurfen, een gebroken arm, het lieveheersbeestje, noem maar op. Niet alle boekjes schrijf ik zelf, voor veel boekjes doe ik ook de redactie. Het begeleiden van en feedback geven aan auteurs is erg leuk. 

Het werk voor deze informatieve series is heel anders dan het schrijven aan een methode. Er komt een grote diversiteit aan onderwerpen voorbij. Deze onderwerpen worden door de redactie gekozen, uiteraard in overleg met de uitgeverij (Ars Scribendi). Soms zitten er onderwerpen bij waar ik weinig van weet, maar dat maakt het werk alleen maar uitdagend. Zo moest er een boekje komen over windsurfen. Geen van onze auteurs wilde hierover schrijven, daarom zou ik het zelf doen. Toen ik mijn twijfel uitsprak, omdat ik nog nooit een surfplank van dichtbij had gezien, zei de uitgever: ‘Je hebt toch ook nog nooit een dino gezien en daar schrijf je ook over’. Het boekje is er uiteraard gekomen.

Op bezoek in de gevangenis

Ik lees me voor de informatieboekjes goed in met behulp van het internet en boeken van de bieb, soms bel ik instanties voor informatie en soms ga ik op pad, om een kijkje achter de schermen te krijgen. Voor een boekje over scouting heb ik bijvoorbeeld een ochtend op een scoutingclub meegedraaid. En voor een boekje over de gevangenis heb ik een middag een gevangenis in Zutphen bezocht en kreeg daar een rondleiding. Best spannend, want overdag zijn de celdeuren open en loop je dus tussen de gevangenen. Zo zag ik de afdeling met cellen, de luchtplaats en de werkplaats. In de keuken stond een gevangene van zijn verdiende geld een maaltijd te bereiden (kip met rijst). Toen ik hem zei dat het lekker rook, nodigde hij me uit om mee te eten. Daar was helaas geen tijd voor, maar anders was ik graag aangeschoven. Het was een bijzonder en zeer informatief bezoek.

Hetzelfde deed ik toen ik het boekje ‘Gebroken arm’ schreef. Ik ging naar het ziekenhuis om te zien hoe een arm in het gips wordt gezet. Zelf had ik nog nooit iets gebroken. Dat gebeurde pas een paar jaar later toen ik voor het eerst van mijn leven op de ski’s stond…

Ooit een eigen kinderboek?

Sommige mensen verklaarden mij voor gek toen ik 11 jaar geleden mijn baan en daarmee alle zekerheden opzegde. Maar wat ben ik blij dat ik mijn hart gevolgd heb! Ik ben trots op het feit dat het me gelukt is om het zo lang vol te houden als auteur. Het meest enthousiast ben ik als ik in een team kan werken. Het schrijven is soms een eenzaam bestaan en daarom is het zo leuk om met een groep enthousiaste collega’s te werken aan iets nieuws. De startbijeenkomst, de vergaderingen, de lunches, de afsluit-etentjes, het brainstormen samen, de schouderklopjes, enzovoort. Daar word ik blij van!

Ik blijf dit werk dus nog wel een tijdje doen. Tot nu toe schreef ik vooral non-fictie (met educatieve doelen). Ook schreef ik verhalen (kort of langer) voor methodes als Flits, Wijzer! Verkeer en nu ook voor het IEP-leerlingvolgsysteem, waarvoor ik samen met Marit van der Veer toetsen ontwikkel voor begrijpend lezen en technisch lezen. Mensen in mijn omgeving vragen weleens: ‘Wanneer ga je nu eens een kinderboek schrijven?’ Dat zou ik geweldig vinden. Alleen moet ik eerst een goed verhaal bedenken. Ik heb het gevoel dat alles al een keer bedacht en geschreven is. Maar wie weet!

Wat zoek je?