Maak kennis met je collega: Marjolijn Hovius
- Naam: Marjolijn Hovius
- Educatief auteur sinds: 2012
- Status: fulltime (dwz 32 uur), eigen bedrijf (zzp)
- Specialisatie: informatieve teksten voor kinderen
- Website: www.schrapfabriek.nl
‘Teksten voor kinderen, maar geen kinderachtige kost’
Ik ben Marjolijn Hovius, en ik ben educatief auteur en tekstschrijver voor kinderen. Ik schrijf vooral voor het basisonderwijs, maar ook wel voor de onderbouw van het vo: taal, lezen, Engels, wereldoriëntatie. Behalve voor educatieve uitgaven schrijf ik ook andere informatieve teksten voor kinderen, bijvoorbeeld medische informatieboekjes. En daarnaast schrijf ik verhalen voor kinderen (fictie). Nogal divers dus, maar de rode draad is wel dat ik goed ben in (ingewikkelde) informatie toegankelijk maken voor een jonge doelgroep. ‘Ik schrijf teksten voor kinderen, maar geen kinderachtige kost’. Serieuze inhoud, maar wel helder en met humor opgeschreven. Heel soms schrijf ik voor volwassenen, maar schrijven voor kinderen vind ik leuker. Meedenken aan en ontwikkelen van concepten doe ik ook graag. Incidenteel doe ik ook wel eens (eind)redactie, maar ik ben toch het meest op mijn plek als ik zelf inhoud kan creëren.
Gespecialiseerd in hersenontwikkeling
Ik heb psychologie gestudeerd; gespecialiseerd in hersenontwikkeling en taal, en heb jaren als onderwijsonderzoeker gewerkt. Ik heb altijd graag geschreven, en deed in 2011 een cursus ‘Schrijven voor kinderen’ bij kinderboekenschrijfster Annemarie Bon. In die cursus kregen we ook een proefopdracht om Avi-teksten voor een lesmethode te schrijven. Ik ontdekte dat ik dat gepuzzel heel leuk vond: om met al die beperkingen toch een leuke tekst te schrijven. En dat ik daar goed in was; mijn teksten zijn uiteindelijk ook in de methode terecht gekomen, en ik hield er een kleine vervolgopdracht aan over. Zo is het balletje gaan rollen. Eerst deed ik die schrijfopdrachten naast mijn onderzoeksbaan, maar dat bleek toch lastig te combineren. Dus eind 2012 ben ik fulltime zelfstandige geworden.
Samenwerken met verschillende disciplines
Alleen of in een team? ‘Alleen in een team’ is waar het meestal op neer komt bij educatieve projecten. Als auteur ben je wel onderdeel van een groot team, maar je ziet elkaar vaak alleen bij een startbijeenkomst en de borrel als het project is afgerond. Verder gaat het meeste via de mail, of telefonisch. Op zich werkt dat prima, al vind ik het soms jammer dat er weinig samenwerking is tussen disciplines. Je werkt toch best ‘verkokerd’, allemaal aan een stukje van een eindproduct, en dat is eigenlijk zonde. Want het eindproduct wordt echt beter als je nauwer samenwerkt met verschillende disciplines. Ik heb bijvoorbeeld een spreekbeurtboekje gemaakt samen met een illustrator, die ook de vormgeving deed. Dat werd echt hartstikke mooi; en veel beter dan wat het was geworden als ik alleen gevraagd was voor tekst met een paar beeldsuggesties erbij. En het was ook gewoon veel leuker om zo samen te werken; heel inspirerend!
‘Wees zichtbaar op een manier die bij je past’
Toen ik nog in loondienst werkte, vond ik acquisitie en netwerken maar enge woorden. Dat was iets voor de accountmanagers, en hoefde ik gelukkig niet te doen. Maar nu het om mijn eigen bedrijf gaat, merk ik dat het me eigenlijk heel goed af gaat. Mijn tip is: zorg dat je zichtbaar bent, op een manier die bij je past. Je hoeft echt geen netwerkborrels af te gaan, of koude acquisitie te doen als je je daar ongelukkig bij voelt (wie niet?). Want dan heeft het ook geen enkele zin. Een van mijn leukste klussen heb ik bijvoorbeeld aan Twitter te danken. Ik werd gevraagd door een collega die ik nog nauwelijks ‘IRL’ kende, maar die zei ‘als ik zie hoe jij Twittert, dan weet ik zeker dat deze klus perfect bij jou past’. En dat klopte.
Trots op Mo’s Daughters
Ik schrijf verhalen voor Mo’s Daughters, een nieuwe serie voorleesboeken met stoere meisjes in de hoofdrol. De serie bestaat uit vijf karakters, waarvan ik het personage van de ‘wetenschapper’ Cato heb ontwikkeld. Cato is geen wetenschapper met een witte jas in het lab, maar een meisje dat op onderzoek uitgaat in haar eigen huis en tuin. De verhalen zijn bedoeld voor jonge kinderen, en ik wil ze via Cato vooral laten zien wat de basis van wetenschap is: je verwonderen over de wereld om je heen, daar vragen over stellen en zelf op zoek te gaan naar antwoorden, door dingen uit te testen. Cato wil bijvoorbeeld weten of het lampje in de koelkast altijd aan is. Dat pakt ze dan, samen met haar cavia Poema, ontzettend creatief aan, maar wel min of meer volgens de wetenschappelijke methode. Er zijn nu twee boeken over Cato verschenen: ‘Cato en het lampje’ en ‘Cato en de regenboog’. De bedoeling is dat er de komende jaren nog meer verhalen volgen.
Zakelijk gedoe
Ik stoor me weleens aan zakelijk gedoe. Of eigenlijk het gebrek aan zakelijkheid. Dat je gevraagd wordt voor een opdracht maar dat het maandenlang schimmig blijft wat precies de financiële afspraken zijn. Opdrachten die ineens stilgelegd worden, of veel later starten, terwijl je er tijd voor vrijgehouden had. En dat je daarvan dan niet eens tijdig op de hoogte gesteld wordt. Non-concurrentiebedingen en andere onbillijke dingen in contracten. Gelukkig is dat soort gedoe altijd wel op te lossen, maar ik vind het wel zonde van de tijd en energie. Ik raad collega-auteurs aan: durf voor jezelf op te komen. Ik merk dat veel zelfstandigen het lastig vinden om over prijs en voorwaarden te onderhandelen. Ze gaan dan maar liever snel akkoord, dan heb je dat gedoe niet. Zonde, want daarmee doe je jezelf echt tekort. En je kunt het, zoals bijna alles, ook gewoon leren. Ik heb zelf veel gehad aan een training duurzaam onderhandelen (in het kort: ‘hard op de inhoud, zacht op de relatie’).
Magisch
Het leukst aan het schrijven vind ik dat ik steeds zelf ook weer nieuwe dingen leer, over allerlei onderwerpen. Ik heb net bijvoorbeeld voor het groenonderwijs geschreven, en heb weer van alles geleerd over vruchtwisseling en plaagdierbestrijding, om maar wat te noemen. En het creatieve proces, dat blijft magisch: soms zit je heel lang te worstelen, en dan ineens heb je een ingeving, en valt alles op zijn plek. Vaak zijn het ook maar kleine dingen: een leuke opdracht verzinnen, een grapje, of precies het juiste woord. Maar ook dan voelt het lekker als het lukt.
Ik zou graag meer opdrachten doen waarbij ik ook bij het concept betrokken ben. Als educatief auteur werk je toch vooral binnen een al uitgezet stramien. Hoewel ik het altijd een uitdaging vind om binnen de lijntjes toch creatief te zijn, jeuken m’n handen inmiddels wel om meer zelf de lijntjes te bepalen. Dus misschien moet ik eindelijk eens tijd maken om aan een eigen project te gaan werken. Een non-fictieboek voor kinderen, of misschien wel fictie. Dat neem ik me al langer voor, maar als er een leuke, betaalde opdracht voorbij komt, is het toch altijd heel verleidelijk om daar weer op in te gaan. Ook omdat ik natuurlijk gewoon inkomsten nodig heb.