Ik vertrek: Taalplezier als vertrekpunt
Stel je voor: je bent een in Nederland geboren kind van tien. De school gaat uit en je wilt, zoals je elke dag doet, naar huis lopen. Maar vandaag wacht je vader je met de auto op. Na lang rijden kom je terecht in een land waarvan je de taal en gewoonten niet kent. Collega-kinderboekenschrijver Enne Koens verwerkte haar idee in een omgekeerd vluchtverhaal over Mirza en zijn vader: het jeugdboek Vandaag komen we niet meer thuis (10+). Enne Koens zei hierover: ‘Als je nog nooit ergens ‘vreemd’ geweest bent, weet je niet hoe moeilijk dingen zijn die je zelf makkelijk kunt.’ Om dat de lezer te laten voelen, verzon ze een niet bestaand land met een eigen taal, het Levaars (achter in het boek is zelfs een woordenlijst opgenomen).
Dit indrukwekkende boek is een cadeau in een cadeau, want behalve een prachtleeservaring, biedt deze rijke tekst haakjes voor meer taalplezier in de klas. Een voorbeeld vind je in het inspiratieboek Creatief met taal, 40 lessen met tips voor rijke teksten en meertaligheid. Het verhaal over Mirza biedt een mooie start of afsluiting van een taalrijke les. In de les Op pad lezen leerlingen een routebeschrijving, ze verzamelen er vaktaalwoorden bij, volgen een routebeschrijving en schrijven er zelf één voor een fantasieland. Als meertalig sausje maken de leerlingen het vakantieboek Hoe vind ik de weg? in alle talen van de klas. En in de les Ik vertrek wisselen leerlingen ervaringen uit over redenen om je land te verlaten, en schrijven ze een kort Ik vertrek-verhaal. Het meertalige toetje is het spelletje Ik vertrek en ik neem mee… (een variant op Ik ga op reis en ik neem mee), waarbij leerlingen de woorden ‘ik vertrek’ en het voorwerp in hun thuistaal mogen benoemen.
Voor 2025 wens ik alle leerlingen, en in het bijzonder leerlingen als Mirza, veel rijke taalmomenten toe, met (meertalig) taalplezier als vertrekpunt.
Annemarie van den Brink