Ik ben door een uitgever gevraagd. Meewerken aan een methode – de zakelijke kant
Dit artikel verscheen eerder in “Van twaalf tot achttien”
Niet iedere goede lesgever is ook een goede lesmaker. Heb jij dat talent wel? En ontwerp je vaak je eigen lessen? Dan is de kans groot dat iemand je ooit op de schouder tikt en vraagt mee te werken aan een educatieve methode of een onderdeel daarvan. Waar moet je op letten als een uitgever je vraagt?
Educatieve uitgevers hebben doorgaans geen auteurs in loondienst. Op de uitgeverij werken mensen die concepten ontwikkelen, het uitgeefproces begeleiden en zorgen voor de vermarkting van het product. De grondstofleveranciers zijn de auteurs, soms zelfstandig gevestigde professionals, maar vaak ook docenten met auteurstalent. Wanneer je mee gaat schrijven aan een commerciële onderwijsmethode krijg je te maken met een auteurscontract waarin de rechten en plichten van de uitgever en de auteur worden geregeld. Wat staat er in een auteurscontract en waar teken je voor?
Het auteurscontract
In een auteurscontract, of uitgeefovereenkomst, maakt een uitgever afspraken met een individuele auteur over het werk dat de auteur moet leveren en de vergoeding die de uitgever daar tegenover stelt. Het auteurscontract is een voorstel van de uitgever aan de auteur, de inhoud staat niet van tevoren vast en is onderhandelbaar. De kern van het auteurscontract is het auteursrecht.
De uitgever heeft van creatieve makers (schrijvers, illustratoren, vormgevers) toestemming nodig om hun werk te exploiteren. Dit recht kan de uitgever verkrijgen via een licentie (een toestemming per exploitatievorm: bijvoorbeeld alleen digitaal, geen print), of via overdracht van het auteursrecht. Door overdracht van het auteursrecht verkrijgt de uitgever het recht het werk onbeperkt in vorm en tijd te gebruiken, vaak ook buiten de methode. Na overdracht van zijn auteursrecht beschikt de maker zelf niet meer over de rechten. Er staat dus een hogere vergoeding tegenover dan voor het verlenen van een licentie. Het verschil tussen licentiëren en overdragen is te vergelijken met het verschil tussen verhuren en verkopen. Bij de overdracht van het auteursrecht doet een maker meestal ook afstand van het recht zich te verzetten tegen wijzigingen in zijn werk. Al behoud je altijd het recht je te verzetten tegen aantasting van je werk die je reputatie kan schaden.
Wanneer je als docent in loondienst bent én in je arbeidsovereenkomst staan uren gereserveerd om lesmateriaal te maken, dan bezit je werkgever het auteursrecht over het werk dat je in de baas zijn tijd maakt. Wanneer je lesmateriaal wordt opgenomen in een methode van een uitgever zal je werkgever een auteurscontract met de uitgever sluiten.
Honorarium
In ruil voor het verlenen van een licentie of het overdragen van het auteursrecht ontvangt de auteur een honorarium. Dat kan een lumpsum zijn, of een royalty-uitkering. De lumpsum is een afkoopbedrag, bij een royalty-vergoeding ontvangt de auteur een percentage van het bedrag dat door de uitgever is ontvangen voor de exploitatie van de methode naar rato van zijn aandeel aan de methode. Een royalty-vergoeding kan een percentage zijn van de netto verkoopprijs of de netto-omzet.
Royalty’s
Bij royalty’s is sprake van een gedeeld risico: wordt de methode geen succes en wordt er nauwelijks iets verkocht, dan krijgt jij, opgeteld over de jaren dat het werk verkocht wordt, omgerekend een mager uurloon. “Ik had beter kranten kunnen gaan bezorgen”, zal je dan misschien denken. Ook de uitgever verdient dan zijn investeringen niet of nauwelijks terug.
Wordt de methode wél een succes, dan kan je vergoeding wel eens vele malen hoger zijn dan het uurloon dat je nu verdient. Ook al is dat lastig, het is altijd goed om vooraf voor jezelf een inschatting te maken van de succeskansen en het aantal uren dat je moet investeren.
Hoewel het percentage de laatste tijd erg onder druk staat, is 10% van de netto omzet doorgaans het percentage wat een uitgever reserveert voor de auteurs. Reken je zelf niet rijk aan 10% van het bedrag waarvoor dat boek in de catalogus staat; daar gaat nog de korting die de schoolleverancier heeft bedongen van af, de btw en kosten van de uitgever. Werk je in een auteursteam? Dan worden vooraf afspraken gemaakt over de verdeling van die 10%. Blijkt aan het eind van het schrijfproces dat jij meer hebt gedaan? Ga dan in gesprek met je uitgever.
Wil je een garantie voor een minimum bedrag dat je voor jouw bijdrage aan het werk wilt hebben? Vraag dan om een niet terugvorderbaar voorschot. Dat voorschot wordt uitgekeerd nadat jouw werk ingeleverd en goedgekeurd is. Mocht de methode geen succes worden, dan heb je in elk geval dat bedrag dat je mag houden; mocht de methode wel een succes zijn, dan krijg je, nadat eerst het voorschot is verrekend, elk jaar een winstdeling in de vorm van de royalty’s.
Lumpsum
Steeds vaker wordt gewerkt op basis van een “bedrag ineens”. Hierbij wordt meestal uitgegaan van een uurloon en een inschatting van het aantal uren. Het kan fijn zijn om zo op korte termijn je portemonnee te vullen. Er zijn ook andere overwegingen die je moet maken. Realiseer je, dat als de methode een succes wordt, jij een schijntje krijgt van het bedrag dat er aan verdiend wordt. Mocht je het risico van een fiasco niet willen lopen, of het geld domweg nu nodig hebben, neem dan de volgende tips ter harte. Een uitgever zal schermen met het startbudget dat hij heeft voor het project. Hij heeft natuurlijk nog geen stuiver verdiend op dat project. Laat dat geen argument zijn om dan maar genoegen te nemen met een uurloon dat zelfs beneden jouw onderwijssalaris ligt. Educatief schrijven is een kunst, en een kunstenaar rekent ook niet in het aantal uren dat hij over dat schilderij heeft gedaan…
Geen plagiaat
Een ander belangrijk aspect dat in het auteurscontract wordt geregeld is de ‘vrijwaring’. Een auteur geeft daarmee de garantie dat hij zelf de rechthebbende is van het werk dat hij bij de uitgever aanlevert en dat hij geen plagiaat pleegt. De auteur vrijwaart daardoor de uitgever tegen claims van anderen die stellen dat hun auteursrecht is geschonden.
Praktische verplichtingen
De overdracht, toestemming en vrijwaring vormen de juridische kern van een auteurscontract. Daarnaast regelt het contract de praktische verplichtingen van de auteur en de uitgever zoals deadlines, revisie-termijnen, redactie en promotie. De details van deze afspraken worden meestal toegelicht in uitvoerige bijlagen.
De uitgever benoemt in het contract ook de verplichtingen die hij op zich neemt om de methode te exploiteren en het materiaal leverbaar te houden. De uitgever is wettelijk verplicht de auteur op diens verzoek te informeren over de exploitatieresultaten. Ook als een auteur niet op basis van royalty´s werkt. Wanneer het werk gedurende een periode van één jaar in geen enkele vorm meer op de markt beschikbaar is, kan de auteur de uitgeefovereenkomst beëindigen. In dat geval kan de auteur weer over zijn auteursrecht beschikken en zijn werk opnieuw exploiteren. Bijvoorbeeld door zelf uitgever te worden!