De plakfactor: educatief ontwikkelen in co-creatie

Tijdens de Dag van de Educatieve Auteur in Amersfoort op 10 november gaf Blink Educatie een workshop ‘Educatief ontwikkelen in co-creatie’. Lian van de Wiel (uitgever) en Carla Wiechers (hoofdredacteur) gaven een kijkje in hun uitgeefpraktijk en lieten deelnemers zelf meewerken aan een nieuw thema voor een methode.

Blink Educatie bereikt kinderen en jongeren door uit te gaan van hun belevingswereld en ze uit te dagen zichzelf en de wereld te ontdekken. Blink ondersteunt onder andere leerkrachten met vernieuwende educatieve concepten, zoals Groove.me en Blink Wereld voor het basisonderwijs en Plot26 en Wired voor het voortgezet onderwijs.

Deze educatieve concepten brengen ook andere uitgeefprocessen met zich mee, waarbij het zo dicht mogelijk bij en met gebruikers ontwikkelen een belangrijk uitgangspunt is. En dit verlangt dus ook weer iets anders van de mensen die eraan meewerken. Hoe werkt dat en wat is de rol en functie van de auteurs in een vernieuwend uitgeeflandschap?

Tijdens de workshop waren er deelnemers vanuit verschillende disciplines. Zo waren er aantal VO- en PO-auteurs. Daarnaast freelance ontwikkelaars en uitgevers.

Wat is co-creatie nu precies en op welke wijze wordt het ingezet bij het ontwikkelen van lesmateriaal? Bij co-creatie gaat het erom dat je lesmateriaal ontwikkelt vanuit de beleving van kinderen. Je kijkt samen met de leerlingen hoe je de methode gaat ontwerpen en maken.

Dat daar veel behoefte aan is, bleek uit de vele bezoeken aan scholen die door de uitgever werden gedaan. Veel kinderen gaven aan dat het huidige lesmateriaal niet altijd aansluit bij hun belevingswereld. Dat uit zich weer in weinig motivatie voor de lessen. Ook kunnen leerlingen niet altijd goed terughalen wat ze eigenlijk bij een vorige les hebben geleerd.

De belangrijkste vraag was: Hoe zorg je er nu voor dat lessen blijven hangen? Dat lesmateriaal bijzonder wordt, en aanschouwelijk? Dat leerlingen leren door beleven en afwisseling? Oftewel; hoe geef ik een les die leerlingen nooit meer vergeten? De workshop begon met een filmpje over Blink Wereld. Daarna gaven de workshopleiders voorbeelden van Sticky lessen. Oftewel: lessen die blijven plakken.

Uitgangspunt is het bedenken van simpel, onverwacht, concreet en geloofwaardig materiaal.

Aardig was de demonstratie van de Mars en Snickers-proef. In een aardrijkskundeles kun je kinderen repen Mars en Snickers geven. Als je deze tegen elkaar duwt, krijg je een simulatie van aardplaten. Andere voorbeelden waren de inzet van experts op een bepaald gebied en met de leerlingen aan de slag gaan met inlevingsverhalen.

De opzet van een co-creatie methode is:

  • In de eerste fase brainstormen aan de hand van de essentie.
  • In de tweede fase ontwikkelen van de kopij.
  • In de derde fase de lessen aanscherpen en bijstellen.

Daarna gingen de deelnemers aan de slag. Het thema was ‘planten en voortplanting’ en er moest worden nagedacht over een voor het kind relevante invalshoek. Er werden 15 tips aangedragen voor sticky lessen: lessen die blijven plakken. Ze zijn afkomstig uit het boek Made to Stick van de broers Chip en Dan Heath. De deelnemers moesten een andere mindset zoeken, uit het strakke keurslijf te stappen en niet uitgaan van een opzet die al bestaat. En natuurlijk alle censuur loslaten. Na een brainstorm van 10 minuten werden de ideeën besproken vanuit de gedachte van het kind. Door co-creatie en met elkaar in gesprek te gaan kwamen er interessante invalshoeken naar voren. Zo werden ideeën geopperd om aan de slag te gaan met serious games, stop-motion filmpjes te laten maken van planten en het uit elkaar halen van appels. Tot slot opperde iemand het idee om kinderen zich als bijen te laten verkleden en naar bloemen te laten rennen.  Al met al een leuke workshop waarbij de deelnemers vol nieuwe ideeën naar buiten liepen. 

Wat zoek je?