Column: Verdienmodel
We mogen weer! Niet verbazingwekkend dus, dat je op een feestje of in de kroeg in een dialoog als deze belandt:
‘En wat doe jij?’
‘Ik ben educatief auteur.’
Glazige blik.
Je had ook nog willen vertellen over conceptontwikkeling, maar dat woord spoel je gauw weg met wat bier.
‘Ik schrijf mee aan boeken, zeg maar.’
‘Welk type boeken?’ schreeuwt je gesprekspartner door het kroeggeroezemoes heen in je oor. Iets helder uitleggen is je vak, dus het duurt niet lang of er volgt begrijpend geknik.
‘Lijkt me saai.’ Je schudt je hoofd, neemt nog een slok, terwijl je al weet wat de volgende vraag zal zijn.
‘En, verdient dat een beetje?’ Zonder het antwoord af te wachten, begint je tafelgenoot over een lucratieve business in bitcoins.
Tot zover de kroegpraat, want ja, wat antwoord je eigenlijk? Wat de één een leuk cadeautje of dertiende maand noemt, voelt voor een ander als een dik bedrag. En wat je verdient, hangt natuurlijk af van het verkoopsucces en de looptijd van een methode.
Op mijn royaltystatements staan twee methodes waar ik al 15 jaar revenuen uit ontvang. Het hoogtepunt is allang voorbij, maar toch. Al die bedragen bij elkaar zorgden samen voor een vette boterham, leuk belegd door de LIRA-regeling Educatieve Werken (voorheen reproductiegelden). Nu mijn educatieve royalty’s langzaam opdrogen, is het tijd om op jacht te gaan naar een nieuwe lucratieve methode. Want bitcoins en ik, dat gaat ‘m niet worden.
Terug naar de kroegpraat, die zo zou kunnen eindigen:
‘En, verdient dat een beetje?’
Je onderbreekt de vlugge bitcoinbabbel.
‘Nogal ja! Flink ploeteren dat schrijven, maar als het werk af is, kun je nog jarenlang geld vangen, zonder daar ooit nog iets voor te hoeven doen. En als je dood bent, dan gaat het geld naar je bloedjes.’
‘Hoe heet dat beroep van je, zei je?’
Annemarie van den Brink
Ga hier terug naar de homepage.