Column: Leesmoe? Echt niet: Leesgretig!

Deze column schrijf ik midden in de Kinderboekenweek. Ik bezoek ruim 30 groepen op basisscholen in heel Nederland. Behalve educatief auteur van taal- en leesmethoden voor het basisonderwijs ben ik namelijk ook kinderboekenschrijver. Een toffe combinatie, want ik ervaar zo wat er op leesgebied leeft bij leerkrachten en leerlingen.

Een voorbeeld van deze Kinderboekenweekbezoek aan groep 6. ‘Deze groep houdt echt niet van lezen,’ zegt de juf, terwijl de kinderen meeluisteren.

‘Daar geloof ik helemaal niks van,’ zeg ik tegen de kinderen. ‘Dat zullen we nog wel eens zien.’

Het thema van deze Kinderboekenweek is ‘Worden wat je wil’. Enthousiast vertel ik over hoe ik geworden ben wat ík wil: schrijver. En ik geef de kinderen mee: wat je ook worden wil: oefen en blijf leren. Ga op les, lees en laat je niet afschrikken door een dip.

Ik vertel over mijn boeken, inspiratiebronnen en werkwijze. De kinderen ontdekken zo nieuwe boeken en thema’s waar ze graag meer over willen lezen.

Een zee van vingers gaat omhoog. De kinderen willen weten waar je de boeken kunt lenen of kopen. Ze stralen allesbehalve leesmoeheid uit. Leesgretig, dat zijn ze. Ik inventariseer wat de kinderen later willen worden. ‘Vrachtwagenchauffeur!’, roept een jongen. ‘Zorg dat je daar alles wat los en vast zit over leest,’ adviseer ik hem. ‘Je toekomstige baas vindt het vast fijn dat je behalve goed kunt rijden al veel weet.’ De jongensogen glinsteren.

 

Voor de juf van groep 6 heb ik ook een tip: durf je lees- of taalmethode vaker dicht te klappen. Denk breed: lezen en taal zijn geen aparte vakjes in een apart curriculum. Durf de parallel te trekken tussen een item als bijvoeglijke naamwoorden en diezelfde bijvoeglijke naamwoorden in een leesboek. Lees voor. Pak zelf een boek. En laat de kinderen eindeloos veel lezen. 

 

Wat zoek je?