Column: Inspiratie
Tijdens mijn schoolbezoeken als kinderboekenschrijver is een aantal vragen vaste prik. Hoe lang doe je over een boek, wat is uw lievelingskleur en hoe kom je op ideeën? Die laatste vraag is verreweg het lastigst te beantwoorden. Meestal mompel ik dan dat je in elk geval beter niet achter je schermpje kunt blijven zitten en juist iets anders moet gaan doen. Douchen of fietsen zijn de klassieke voorbeelden.
Toen laatst de virale pleuris uitbrak, stapte ik op mijn fiets en 47 kilometer later had ik 18 ideeën om kinderen tijdens de coronacrisis aan het lezen en creatief schrijven te houden. Nu heb ik al een tijdje de gewoonte om zulke posts pas op mijn website te zetten als ik minstens 20 tips heb. Dus moest ik er nog minimaal vijf bij verzinnen. Minimaal. Want zodra de adrenaline is gezakt, vallen er zeker drie af die minder leuk dan wel haalbaar zijn dan ze tijdens de klim van de Holleweg nog leken.
Om die extra vijf achter je bureau te bedenken duurt tien keer zo lang als dat fietsritje. Op zich ook niet gek, aangezien je de meest voor de hand liggende ideeën het eerst bedenkt. Dingen als schrijf een verhaal over een lief virus, bedenk 10 werkwoorden met een dier erin zoals hamsteren, besmet iemand met het leesvirus. Nu denk je misschien: tsss, is dat nou alles? Wie zit daar op te wachten? Maar aan de bezoekersaantallen en retweets te zien zijn leerkrachten er maar wat blij mee.
Overigens is zo’n fietstochtje geen garantie voor succes. Zo ging ik net nog even fietsen om een leuke slotzin te bedenken, maar verder dan deze kwam ik niet.
Ga hier terug naar de homepage.