Spelen om te leren: denken vanuit games bij onderwijsontwikkeling

Games associeer je met entertainment, maar ze kunnen ook het onderwijs op creatieve manieren verrijken. Menno Deen, gamemaker en onderzoeker, promoveerde op gamedidactiek, en legt in dit interview uit hoe educatief auteurs speelse principes kunnen inzetten in hun leermateriaal.
Door: Marianne Eggink
Je werkt aan games die een maatschappelijk doel hebben – hoe kwam je daarin terecht?
‘Ik studeerde aan de kunstacademie en wilde eigenlijk animator bij Disney worden. Mijn ouders vonden dat geen goed idee, vanwege de toekomstmogelijkheden. Zo belandde ik op het snijvlak van technologie en kunst. Flash (software voor interactieve animaties) en interactieve media vond ik magisch. Mijn afstudeerproject aan de Hogeschool van de Kunsten Utrecht was een propagandagame waarin een homoseksueel karakter door een wereld loopt en soms wordt uitgescholden. Je kon kiezen: vechten of niet, rekening houdend met je energie en zelfbeeld. Toen wist ik: dit wil ik doen – grote problemen klein maken door ze in spelvorm te gieten.’
Hoe ziet dat er in de praktijk uit?
‘Games kunnen bijvoorbeeld helpen bij het oplossen van complexe wetenschappelijke problemen. Een goed voorbeeld is Unmask, een match-3-game, vergelijkbaar met het mobiele spelletje Candy Crush, die wordt ingezet bij kankeronderzoek. Spelers matchen bepaalde combinaties die helpen om de perfecte peptide te vinden voor kankervaccins. Hun keuzes leveren data op die wetenschappers weer kunnen analyseren. Dit is een manier waarop games bijdragen aan medisch onderzoek.’

Wat betekent dit voor de toekomst van wetenschappelijk onderzoek? Kunnen games helpen bij meer grote doorbraken?
‘Absoluut! We zagen dit bijvoorbeeld met de game Foldit. Zo’n 250.000 spelers losten in drie weken een probleem op waar wetenschappers al tien jaar mee worstelden. Dit ging om het vouwen van een proteïne om zo beter opgenomen te worden door het lichaam, wat impact had op hiv-onderzoek. Dit toont aan hoe menselijke creativiteit problemen kan oplossen die AI nog niet begrijpt.
Daarnaast zitten we in een traject voor een Europese aanvraag die zich richt op e-waste. In dit project voegen we kleine speelse elementen toe om mensen te motiveren om elektronische apparaten, na gebruik, weer in te leveren. Elektronisch afval zomaar weggooien kan bijvoorbeeld je eigen grondwater vervuilen. Dat is een boodschap die niet iedereen wil horen, maar die we op een toegankelijke manier hebben vertaald naar een legpuzzel. Zo zijn spelers actiever met de boodschap bezig en zet het hopelijk aan tot actie. Het komende jaar wordt onderzocht of deze aanpak echt werkt.’
Je bent gepromoveerd op gamedidactiek. Wat maakt denken vanuit games ook geschikt voor het onderwijs?
‘Games bieden iets aan leerlingen wat traditionele leermiddelen vaak missen: motivatie en autonomie. Ze creëren een speelse dialoog, waardoor de spelers niet alleen informatie consumeren, maar actief betrokken worden bij het leerproces. Dit kan helpen om complexe concepten toegankelijker te maken.
Een mooi voorbeeld is een kaartspel waarin spelers moeten bepalen wat voor hen het belangrijkste is in het leven. Ze leggen kaarten neer, ruilen en rangschikken ze en gaan zo het gesprek aan. Dit verlaagt de drempel voor persoonlijke reflectie en discussie. Een vergelijkbare aanpak werkt ook voor begrijpend lezen, in plaats van een passieve tekstanalyse kunnen leerlingen met de tekst puzzelen en nieuwe betekenissen creëren.’
Wat vind je van gamification in het onderwijs, zoals het inzetten van punten, quizzen en badges?
‘Gamification werkt alleen als je het goed toepast. Punten en competitie kunnen motiveren, maar ook leerangst veroorzaken, vooral als je alleen de beste speler beloont. Sommige leerlingen gaan dan fouten vermijden, omdat ze zichzelf een bepaalde waarde hebben toegekend op basis van hun prestaties – terwijl juist experimenteren en falen belangrijk zijn om te leren. Spelen is van nature autonoom en gebaseerd op de eigen invloed. Te veel focus op externe beloningen zoals punten kan die vrijheid en creativiteit beperken.’
Wat zijn betere manieren om speels leren in het onderwijs te integreren?
‘Dat kan op verschillende niveaus, zowel bij het leren als bij hoe je naar leren kijkt. Toen ik les gaf aan de Fontys Hogeschool, onderzochten we bij de cursus Game-Innovatie bijvoorbeeld een zogeheten skill tree. Dit is een structuur die vaak in games wordt gebruikt om de ontwikkeling van vaardigheden te visualiseren (zie afbeelding). Studenten kunnen zien welke vaardigheden ze moeten ontwikkelen om bijvoorbeeld onderzoeker te worden. De vaardigheden staan kort beschreven en hebben een hiërarchie, waardoor studenten zelf kunnen ontdekken hoe alles met elkaar verbonden is.

De Skill Tree bij Fontys fungeert niet alleen als visuele weergave, maar ook als gespreksinstrument. Studenten vullen hun voortgang zelf in en bespreken deze met medestudenten en docenten, wat leidt tot een reflectieve dialoog over hun leerproces. Omdat de leerdoelen bewust wat ambigu zijn geformuleerd, worden studenten uitgedaagd om samen betekenis te geven aan de vaardigheden en deze in een bredere context te plaatsen. Dit stimuleert niet alleen hun kritisch denken, maar helpt studenten ook bij het ontwikkelen van een gedeeld vocabulaire rondom hun vakgebied.
Ook object-based learning is krachtig: neem fysieke objecten mee naar de les, laat studenten modellen maken en samen iets bouwen. De interne feedback die ontstaat doordat je direct ziet wat het resultaat is van je handeling, is veel krachtiger dan een extern oordeel. Ook fysieke groepsactiviteiten kunnen helpen om een veilige en speelse leeromgeving te creëren, zoals scoutingspelletjes.’
Wat kunnen onderwijsontwikkelaars en educatief auteurs leren van gamedesign?
‘Denk vooral eens na over storytelling, interactie en autonomie. Een goed educatief ontwerp biedt leerlingen de ruimte om zelf ontdekkingen te doen. Dit kan zonder een volledige game te bouwen. Bijvoorbeeld door opdrachten speelser te structureren of elementen van een speelse dialoog in lessen te verwerken.
Begin daarbij klein. Gebruik bijvoorbeeld fysieke objecten in de lessen, laat leerlingen kennis structureren, zoals bij een kaartspel, of werk met scenario’s waarin ze keuzes moeten maken. Kleine speelse elementen kunnen al een groot verschil maken.
Ook belangrijk: speels betekent niet per se grappig. Een geschiedenisdocent probeerde bijvoorbeeld zijn lessen op te leuken met ballonnen en grapjes. Het resultaat? De interesse van leerlingen nam juist af, omdat geschiedenis een serieus onderwerp is. De impliciete boodschap werd dat het onderwerp niet belangrijk genoeg was om met respect te behandelen.
We gaan steeds meer richting interactief en speels leren. AI en games kunnen samenwerken om gepersonaliseerd leren mogelijk te maken, maar de menselijke factor blijft daarbij altijd belangrijk. Ruimte voor speelse experimenten is daarom belangrijk, want leren door te doen is veel effectiever dan alleen kennis opnemen.’
Met welke games kunnen lezers (ook zonder game-ervaring) inspiratie opdoen?
‘Verken eens Lieve Oma, een ontroerend verhaal over een wandeling – het laat zien dat games ook intieme, liefdevolle verhalen kunnen vertellen. Zelf houd ik erg van Link’s Awakening en Echoes of Wisdom van de Zeldaserie op de Switch. Deze spellen geven je een gevoel van vrijheid, maar hebben ook een sterk verhalend element. Voor wie geïnteresseerd is in stedelijke ontwikkeling, raad ik Freeways aan, een verkeerssimulator die me een geheel nieuwe waardering voor klaverbladen gaf! En voor puzzelfans is Paper Trail een toegankelijke start, waarin je ervaart hoe games logisch denken kunnen stimuleren zonder overweldigend te zijn. Deze spellen laten op een prachtige manier zien hoe games niet alleen leuk of uitdagend, maar ook betekenisvol kunnen zijn.’
Zelf inspiratie opdoen? 10 games* om te proberen:
- Lieve oma – wandel- en roleplaying-game (Windows, macOS, Linux).
- Freeways – verkeersimulatiespel (Windows, macOS, Android, iOS.
- Paper Trail – point-and-click, puzzelspel (Nintendo Switch, Playstation 4 & 5, Windows, Xbox, iOS, Android).
- The Battle of Polytopia – strategiespel waarbij je een civilisatie bouwt (Android, iOs, Windows, macOS, Linux, Nintendo Switch).
- The Legend of Zelda: Link’s Awakening (2019) – actie- en avonturenspel (Nintendo Switch).
- Tiny Glade – speelse dioramabouwer (Windows, Linux).
- Fingle – twister, maar dan met je vingers, voor twee (iPad, iOs).
- Overcooked – multiplayer kooksimulatiespel (PLaystation 4 & 5, Windows, Xbox One, Nintendo Switch, Google Stadia).
- Dorfromantik – strategisch puzzelspel waarbij je met tegels een landschap bouwt (Windows, Nintendo Switch).
- Sky: Children of the Light – een avonturenspel waarbij je door een landschap vliegt (iOs, Android, Nintendo Switch, Playstation 4, Windows).
*De meeste spellen in dit lijstje hebben een prijs onder de tien euro. De prijzen variëren, naar gelang het platform en aanbiedingen, tussen gratis en zestig euro.