Open leermateriaal: een kans of een bedreiging?

Docenten – in alle lagen van het onderwijs – ervaren steeds meer werkdruk. Kan het gebruikmaken van open leermateriaal hiervoor een oplossing bieden? Het geeft docenten in elk geval meer flexibiliteit. Maar welke (eventuele) gevolgen heeft dit open leermateriaal voor het werk van de educatief auteurs? In dit artikel lees je er meer over.

Door: Sabine Sijbesma

Volledig open leermateriaal is educatief materiaal dat door iedereen kan worden gebruikt, zonder problemen met auteursrecht. Soms kunnen er wel bepaalde voorwaarden zijn, bijvoorbeeld dat de naam van de ontwikkelaar moet worden vermeld.

Het project Impuls Open Leermateriaal van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, richt zich op het verbeteren van de onderwijskwaliteit in het basis- en voortgezet onderwijs door het gebruik van open leermateriaal te stimuleren. Het belangrijkste doel is om leraren meer flexibiliteit te geven bij de keuze van leermiddelen.

Voor-en nadelen voor docenten

Ik werk als mbo-docent, en maak voor het ontwerpen van mijn lessen wel eens gebruik van wikiwijs, maar ook van bijvoorbeeld LessonUp of Clascement. Ik maak vooral gebruik van deze bronnen wanneer ik vakken geef als studieloopbaanbegeleiding of burgerschap. Dat doe ik omdat ik dan gerichter kan zoeken naar wat mijn klas op dat moment nodig heeft of wat er speelt in de actualiteit. Ik neem bijna nooit een complete les over, maar haal uit deze bronnen precies wat ik nodig heb voor mijn les. Dat doe ik om zo de les precies te kunnen aanpassen aan de behoeften en het niveau van mijn mbo-studenten.

Een voordeel van open leermateriaal is dat het flexibiliteit, creatieve vrijheid en maatwerk biedt voor de docent. Een nadeel is de betrouwbaarheid. Voor rekenen gebruikte ik in het verleden wel Kahoot! als aanvulling op de lessen. Nogal eens klopten de antwoorden van de sommen niet. Voor mij een reden om dit soort testen zelf te maken of gebruik te maken van wat de uitgever van de betreffende methode te bieden heeft. Wat ik zelf bij een methode wel eens mis, is actueel lesmateriaal, ook voor bijvoorbeeld het vak rekenen. Ook mis ik leuke (online) educatieve spellen als aanvullend lesmateriaal, bijvoorbeeld spellen waar de gehele klas aan kan meedoen, of waarbij de klas in groepjes moet samenwerken. Nu bedenk zelf vaak spelvormen, wat extra tijd kost.

Aanvullend en versterkend

Volgens Kennisnet zal open leermateriaal toch vooral als aanvullend op de bestaande methoden worden ingezet. Toch kan de opkomst van open leermaterialen gevolgen hebben voor educatief auteurs, vooral als het gaat om het werkaanbod en hun inkomsten.

In een interview op de website van de Po-Raad, geven Bart de Vreede (domeinmanager leermiddelen en metadata bij Kennisnet) en Willem-Jan van Elk (strategisch adviseur op het gebied van leermiddelen bij Kennisnet) aan dat het aanbod van open leermateriaal weliswaar toeneemt, maar dat 70% van de leraren nog steeds de methode van de uitgever gebruikt. ’Uitgeverijen staan voor kwaliteit, voor het actueel houden van het materiaal en zij zorgen voor (didactische en inhoudelijke) samenhang in de leerlijnen’.

Een rol voor uitgever en educatief auteur

Eerder in dit artikel benoemde ik al het voorbeeld van aanvullend actueel lesmateriaal. Hier ligt een rol voor de educatief auteur én voor de uitgever. Actueel lesmateriaal kan als aanvulling op de aangeschafte methode worden aangeboden. Van uitgever Motile ontvang ik zelf bijvoorbeeld met regelmaat mails met gratis actueel lesmateriaal. Hiervoor hoef je niet de methode van Motile te gebruiken, maar het materiaal sluit wel direct aan op hun methode. Ook besprak ik het voorbeeld van educatieve spellen voor in de les. Ik weet dat veel docenten zelf spellen maken, omdat dit aanbod niet bij de methode zit. Hoe fijn zou het zijn als de school bij de uitgever als aanvulling op de methode bepaalde (online) educatieve spellen kan aanschaffen? Voor het vak Bedrijfsadministratie maakte ik bijvoorbeeld al eens een memory-spel. Dit had de uitgever van de methode ook als printable kunnen aanbieden.

Conclusie

Open leermateriaal biedt docenten meer flexibiliteit en de mogelijkheid om lessen op maat te maken, wat hun werkdruk kan verlichten. Hoewel het gratis en toegankelijk is, moeten docenten kritisch blijven op de kwaliteit en betrouwbaarheid. Voor educatief auteurs en educatieve uitgevers brengt het echter uitdagingen met zich mee, vooral op het gebied van inkomsten. Toch kunnen zij kansen benutten door aanvullend materiaal en innovatieve diensten te ontwikkelen. Open en commerciële leermiddelen kunnen elkaar zo juist versterken in het bieden van leerzaam en leuk onderwijs.

Wat zoek je?