Leerlingen kunnen niet vanzelf leren – hoe dan wel?

We willen dat leerlingen van alles leren, maar wie leert ze eigenlijk hoe ze dat moeten doen? Patricks Sins, lector Leren aan de Hogeschool Rotterdam onderzoekt zelfregulerend leren en kwam tot de ontdekking dat daar maar weinig aandacht voor is in het onderwijs. Hij schreef er een hoofdstuk over in het nieuwe boek ReguLEER! Wij vroegen hem hoe het zit, en wat de oplossing is.

Door: Marianne Eggink

Erosie, soorten grond en begroeide hellingen, de aardrijkskundedocent van Patrick Sins kon geweldig vertellen over het landschap van Zuid-Limburg. ‘Hij was vooral goed in feitjes en informatie delen, maar jammer genoeg bleef wat hij vertelde daarom maar deels hangen’, vertelt Patrick Sins. Hij is lector leren aan de Hogeschool Rotterdam en doet onderzoek naar zelfregulerend leren. ‘Veel docenten zoals mijn aardrijkskundedocent gaan ervan uit dat leerlingen vanzelf leren leren, en doen vooral aan kennisoverdracht. Maar uit onderzoek blijkt juist dat leerlingen niet automatisch de tools daarvoor in huis hebben en dus hulp nodig hebben om leerstrategieën aan te leren. Iemand moet ze leren leren’, vertelt Patrick. Hij schreef er een hoofdstuk over voor het nieuwe boek ReguLEER! Het boek is een pedagogisch-didactische verkenning van zelfregulerend leren, waarin verschillende experts en ervaringsdeskundigen hun verhaal bij dit onderwerp delen.

Dieper begrip

Zelfregulerend leren gaat dus niet over wat je leert, maar vooral over hoe je dat leerproces aanpakt. Ga maar eens bij jezelf te rade: toen jij moest leren voor een toets of tentamen, hoe pakte je dat aan? En ook: hoe wist je eigenlijk dat je dat zo moest doen? Patrick ziet dit als een gereedschapskist die je helpt om je leerdoelen te bereiken. In die kist zitten volgens hem drie soorten strategieën:

  • De verwerkers – cognitieve strategieën waarmee je taken goed uitvoert en informatie opslaat.
  • De managers – meta-cognitieve strategieën waarmee je beslist welke leermethode te gebruiken, doelen stelt, plant, controleert, checkt en bijstuurt.
  • De motivators – de motivationele strategieën die je drijven om te leren.

‘Uit onderzoek blijkt dat leerlingen die dit soort strategieën toepassen, betere resultaten behalen op school en meer gemotiveerd zijn dan leerlingen die nog niet zoveel gereedschappen in hun kist hebben’, vertelt Patrick. Leerlingen die meer van dit soort strategieën inzetten, presteren vaak beter bij rekenen, taal, wetenschap en techniek. Maar uit onderzoek blijkt ook dat de meeste leerlingen zelf weinig of geen van die gereedschappen in hun kist hebben. Met de minimale tools die ze hebben, leren ze dan vaak oppervlakkig, met minder effectieve strategieën, zoals door de tekst te onderstrepen of te herlezen. Strategieën voor dieper begrip, passen ze minder vaak toe. Zoals het activeren van voorkennis, een samenvatting maken in je eigen woorden, of actief controleren of je de stof begrijpt.

Doel en middel

Een tweede probleem is de ontwikkeling van de leerstrategieën: ‘De aanname is dat leerlingen het voorgaande vanzelf leren, door het te doen, maar dat blijkt niet te kloppen’, vertelt Patrick. ‘Zo blijkt bijvoorbeeld dat leerlingen in het voortgezet onderwijs weinig effectieve leerstrategieën gebruiken, maar ook dat er geen toename daarin is in de loop van hun schooljaren.’ Er is eigenlijk geen moment in de basisschool- of middelbareschoolperiode, waarop de leerlingen leerstrategieën krijgen aangeleerd. Maar toch leeft de veronderstelling dat ze op een gegeven moment vanzelf kunnen leren.

We verwarren volgens Patrick eigenlijk het doel met het middel: het doel is dat de leerlingen hun eigen leerproces inrichten, en de strategieën gebruiken om hun doelen te bereiken. Maar als middel om dat te bereiken, gooien we ze in het diepe. De gedachte hierachter is dat leerlingen zelf hun weg vinden, en ook leren te leren, met vallen en opstaan. Maar volgens Patrick kom je niet tot leren, op deze manier: ‘Het is niet bewezen dat je echt leert door aan te modderen en zelf te ploeteren, zonder strategieën om door de stof heen te komen. Daar heb je juist expliciete instructie bij nodig.’ Dit kan volgens Patrick tot gevolg hebben dat er een hoge uitval is onder studenten in het eerste jaar van de hogeschool of universiteit, want daar kun je het niet meer redden zonder leerstrategieën. Patrick: ‘Er is niemand die eens in die gereedschapskist kijkt, om te zien wat er in zit en of dat wel effectief is. En de meeste docenten zien het ook niet als hun taak om daar iets mee te doen.’ Hij vindt dat het aan de leraren is om de gereedschapskist te vullen, de leerlingen te vertellen welke gereedschappen er eigenlijk zijn, en wanneer, waarom en hoe je die inzet.

Jezelf ondertitelen

Terugkijkend denkt Patrick dat hij zelf pas aan de universiteit heeft geleerd om te leren. ‘Ik ben van mezelf al heel leergierig en vlucht vaak in kennis. Maar pas op de Universiteit Maastricht werd er aandacht besteed aan hoe je bijvoorbeeld een onderzoeksartikel leest.’ Dat onderwerp werd benaderd vanuit probleemgestuurd onderwijs, hij leerde het door te ontdekken hoe je zo’n artikel schrijft. Ook de docenten deden veel voor, aan de hand van vragen zoals: waar loop je tegenaan? Waarom doe je het zo? Docenten die op deze manier hardop nadachten en hierdoor het leren ondertitelden, werkten zeer motiverend voor hem.

In dit bewustzijn ziet Patrick ook deel van de oplossing: leraren die de leerstrategieën actief en expliciet benoemen, dit zelf voordoen, en ondertitelen voor leerlingen of studenten. Denk aan voorkennis activeren in de les. De leraar vraagt: ‘wat weten jullie al over het zonnestelsel?’ De leerlingen hebben niet door dat de leraar dit doet om voorkennis te activeren, maar denken dat ze getest worden op hun kennis. Sommigen houden daarom juist hun mond. De leerlingen hebben niet vanzelf door dat deze strategie helpt bij het opdoen van nieuwe kennis. Maar volgens Patrick kun je ze daarvan wel bewust maken door simpelweg expliciet te vertellen wat voorkennis activeren precies is. ‘Vertel bijvoorbeeld hoe je dat zelf toepast en leg uit waarom het ze kan helpen.’

Een mens achter het boek

Deze manier van het lesgeven ondertitelen en expliciet maken, geeft leerlingen een bewustzijn over de strategieën die ze kunnen gebruiken. ‘Denk maar aan schilder en presentator Bob Ross. Als hij schildert, ondertitelt hij de strategieën die hij gebruikt. Daarom snappen we dat ‘happy accidents’ onderdeel zijn van het proces en uiteindelijk ‘happy little trees’ worden. Zo ontdekken we: fouten maken hoort dus bij het leren.’ Als leraar, maar ook als educatief auteur, kun je dit toepassen om de leerlingen te helpen hun gereedschapskist te vullen. Maar jezelf laten zien, dat vergt wel enige kwetsbaarheid, je moet het durven. ‘Durf te zeggen: ‘hier liep ik tegenaan, dit wist ik zelf ook niet, mijn hoofd zit vol, ik laat het nu even liggen.’

In sommige methodes worden de leerstrategieën wel uitgelegd en ook wanneer, waarom en hoe je die gebruikt, dat is een belangrijke stap. Maar volgens Patrick is het leuker als je als schrijver ook je stem kunt laten horen: ‘Laat zien dat er een mens achter het boek zit, zo geef je leuke kwinkslagen aan de stof. Leef de stof voor en laat zien dat je ook niet altijd gemotiveerd bent, vertel bijvoorbeeld een strategie om jezelf te belonen en hoe je je door een saaie som heen worstelt.’ Vertel als leraar dat je zelf ook weleens vastloopt als je een onderwerp onderzoekt, hoe je dan weer verder komt, en welke verschillende manieren je daarvoor toepast. Het leerproces kun je dus zichtbaar maken door leerlingen over je schouder mee te laten kijken, en dat doe je volgens Patrick het beste via expliciete instructie, zowel in de klas als in een boek. In zijn hoofdstuk in ReguLEER! laat hij je als lezer dan ook goed nadenken over jouw strategieën tijdens het lezen.

Meer weten? Download ReguLEER! gratis of bestel het boek bij Toetsrevolutie.

Het boek is gemaakt door auteurs Hilly Drok, Rene Kneyber, Valentina Devid, en bevat naast de bijdrage van Patrick Sins – bijdragen van: Gert Biesta, Jelle Jolles, James Mannion, Anique de Bruin, Jeltsen Peeters, Geert Speltincx, Stijn Vanhoof, Laurie Delnoij, An Dumoulin, Sylvia Mommaerts, Peter Verkoeijen, Milou van Harsel, Lottie Raaijmakers en Esther van der Stappen. Daarnaast vind je in de bundel verschillende interviews met docenten en schoolleiders, over hoe zij zelfregulerend leren hebben geïmplementeerd in hun eigen onderwijscontext.

Wat zoek je?