Freelancers zijn onvoldoende voorbereid op de toekomst

Het blijkt dat veel auteurs, maar ook freelancejournalisten en fotografen, onvoldoende rekening houden met mogelijke werkloosheid, ziekte, arbeidsongeschiktheid of hun oude dag. En dit terwijl er veel onduidelijkheid is over de inkomstenontwikkeling van freelancers. Aan de ene kant profiteren freelancers van de krappe arbeidsmarkt en verdienen zij steeds meer, maar aan de andere kant blijkt uit de miljoenennota die op 17 september werd gepresenteerd dat veel freelancers ook fiscale voordelen zullen verliezen.

 

Dat veel freelancers zich niet goed voorbereiden op de toekomst bleek uit de Monitor Freelancers en Media 2018, die in april en mei 2019 is afgenomen bij verschillende media-freelancers in opdracht van de vakorganisaties NVJ, NVF, Auteursbond en DuPho en door de collectieve beheersorganisaties Lira en Pictoright.

 

Uit het onderzoek kwam naar voren dat zo’n 45% van de ondervraagden niet spaart voor de oude dag. Ruim 60% is niet verzekerd tegen ziekte. En maar liefst 90% van de respondenten heeft zich niet verzekerd tegen werkloosheid.

Tussen de verschillende freelancers zitten grote verschillen. Schrijvende journalisten zijn bijvoorbeeld flink in hun uurtarief achteruitgegaan in vergelijking met niet-journalistieke schrijvende freelancers, die er in uurtarief juist op vooruit zijn gegaan. Veel freelancers krijgen bij een voltijdse werkweek (38 uur) maar ongeveer 22 uur per week betaald. Zo’n 40% van de freelancers zegt van het werk als auteur, journalist of fotograaf niet te kunnen rondkomen. Zij zijn soms sterk afhankelijk van het inkomen van hun partner.

 

Tijdens de economische crisis hadden veel freelancers het nog zwaarder. Maar in 2017 kwam er een voorzichtig herstel. Er werden meer gewerkte uren betaald en het bruto belastbaar jaarinkomen nam toe. Ook in 2018 stegen de inkomsten enigszins. Het gemiddelde jaarinkomen nam toe tot 24.300 euro. Ter vergelijking: een docent verdient circa 65.000 euro per jaar. Een redacteur in loondienst ongeveer 45.000 euro per jaar.

 

Het is de vraag hoe de inkomstenontwikkeling van de freelancers zal voorlopen. Uit de miljoenennota van 2019 bleek dat dit over het algemeen geen vetpot zal zijn. De overheid komt met goed bedoelde initiatieven, zoals de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering en een minimaal uurloon van 16 euro in 2021. Ook zal de arbeidskorting worden verhoogd. Maar het is de vraag hoe dit wordt ontvangen door de freelance makers. Hoewel de verplichte verzekering de freelancers beschermt tegen problemen in de toekomst, is het ook weer een extra kostenpost. En het minimale uurloon kan ook snel het maximale uurloon worden, waardoor nu goed betaalde freelancers inkomsten zullen verliezen.

 

Daarnaast wordt de zelfstandigenaftrek verlaagd. Nu betalen zzp’ers over € 7280,- winst geen belasting. Maar het bedrag van die zelfstandigenaftrek gaat de komende tien jaar omlaag naar zo’n € 5000,-.

 

De stichting ZZP Nederland en het Platform Zelfstandige Ondernemers hebben al woedend gereageerd. Volgens de organisaties worden mensen ‘de vernieling in geholpen’ en is er sprake van ‘inconsistent’ beleid. Het CNV daarentegen ziet de zelfstandigenaftrek liever helemaal verdwijnen. In plaats daarvan zou het kabinet een minimumtarief van 25 euro per uur voor zelfstandigen moeten invoeren, zodat freelancers zelf hun eigen oudedagsvoorziening kunnen regelen. Toch verwacht de overheid dat de meeste freelancers erop vooruit zullen gaan. In 2020 wordt een stijgende koopkracht van 2 procent verwacht.

 

Eind dit jaar komt de Commissie Regulering van Werk onder leiding van Hans Borstlap naar verwachting met een advies. De commissie onderzoekt of de regels die gelden rondom het verrichten van werk nog passen bij de manier waarop we werken. Of dit zal betekenen dat er veel voor de freelancers gaat veranderen, is onduidelijk.

 

N.B. In EduSchrift maken wij gebruik van de termen zzp’ers en freelancers. Soms is er de vraag wat het verschil tussen beide is. Eigenlijk is dit verschil er niet. Een freelancer is eigenlijk een zzp’er en andersom. Het gaat in beide gevallen om een onderneming zonder personeel. De term zzp’er wordt vaak door de overheid gebruikt en in de zakelijke dienstverlening. Binnen de journalistiek, onderwijs en media wordt vaker gesproken van een freelancer.

 

Wat zoek je?