Taal met impact – Hoe je door de aantrekkingskracht van wel-boodschappen iets in beweging kunt zetten

Denk jij wel eens na over de taal die je inzet en wat het effect is van je woorden? Jeanine Mies, schrijver en trainer, doet dat heel actief. Ze ontdekte dat ze in haar dagelijks leven en in de opvoeding van haar zoon veel niet-boodschappen – ‘nietjes’, zoals zij ze noemt – gebruikte. Bijvoorbeeld ‘Niet rennen’. Die werkten vaak averechts. Dat moest anders, vond ze.

Door: Manon Müller-Jansen

Wat is de rol van taal bij gedrag? Waarom gebruiken we (ook vanuit de evolutie) zoveel nietjes? En wat kunnen we anders doen, om te bereiken wat we wél willen? Jeanine ging op onderzoek uit, mede vanuit haar schrijverschap, om daarover meer te weten te komen.

‘Je hoeft je kop niet in het zand te steken voor het negatieve’, zegt Jeanine. ‘Maar daar ligt al meer dan genoeg de focus op. De aandacht richten op wat we wél willen en wat wél goed gaat kan het verschil maken’. Daartoe richtte ze in 2024 de WEL-beweging op, om een welkome tegenhanger te bieden tegen het doemdenken.  

Van niet naar wel

De WEL-beweging komt voort uit de kracht van ‘magneetwoorden’. Jeanine ontdekte niet-boodschappen in borden op straat, briefjes op kantoor en in campagneslogans. Ze zocht naar omkeringen: ‘Hier geen fietsen plaatsen’ kan worden ‘Stalling om de hoek’.

‘Ik zie het als een spier die je kunt trainen’, zegt ze. ‘Als een ‘positieve bril’ die je opzet. Je gaat het effect steeds beter herkennen. Denk maar eens aan termen, functies en projectnamen zoals die worden gebruikt in het onderwijs. Dat zijn vaak probleemnamen: pestprotocol, verzuimgesprek, de week van de werkstress. Verder werk ik veel met inspecteurs. Die zijn opgeleid om te kijken naar dat wat niet goed gaat. De negatieve uitkomsten van hun inspecties beïnvloeden het beeld van het onderwijs. Daarom ben ik voorstander van ‘waarderend inspecteren’. Met als uitgangspunt: wat leren we van wat wél goed gaat?’

Maak het verschil met positieve taal

Ook docenten kunnen aandacht besteden aan hoe ze een boodschap brengen of een opdracht geven. ‘Telefoons verboden’ klinkt anders dan ‘Mobiel thuis of in de kluis’. Met die tweede slogan bied je de leerling nog een keuze. Een benadering met een klein verschil, maar met een grote impact. En de rijm haalt iets weg van de weerstand die je voelt als je iets niet mag.  

Heeft Jeanine nog tips, om in lessen bijvoorbeeld weerstand tegen opdrachten weg te nemen? ‘Als ik trainingen geef, merk ik dat deelnemers teksten al snel te lang vinden’. Die tendens zie je terug in het leesonderwijs. Ook leerlingen vinden een tekst al snel te lang, te saai enzovoort.
‘Uit de psychologie is bekend dat mensen geneigd zijn te denken dat iets moeilijk is, zodra het er ingewikkeld uitziet. Verlaag dus de drempel, bijvoorbeeld met ‘In drie stappen naar…’, stelt Jeanine voor. ‘Dat stapsgewijs werken geeft een gevoel van ‘ik kan dit’. Of kies een pakkende titel voor een opdracht. Bijvoorbeeld ‘KlimaatKampioenen’, als je over duurzaamheidsmaatregelen schrijft.
Ik noem een voorbereiding op een training tegenwoordig wel eens ‘voorpret’, in plaats van huiswerk. Maar ook ‘Hoe je je voorbereidt’ klinkt al heel anders dan ‘Opdracht’. ‘Afspraken’ klinken anders dan ‘Regels’. Bij ‘moeten’ gaan de hakken in het zand’.

Wil je meer lezen over waar je magneetwoorden tegenkomt en hoe je ze kunt inzetten in je eigen leven? Het boek Magneetwoorden: Ontdek de aantrekkingskracht van positieve taal is uitgegeven door uitgeverij Haystack, € 20,00, ISBN 9789461266248 Website: https://magneetwoorden.nl
Meer over de WEL-beweging lees je op: https://wel-beweging.nl/

Positieve taal voor educatief auteurs

  • Laat leerlingen elkaar complimenten geven, en geef ook zelf positieve feedback (‘Goed bezig, je bent al op de helft’)
  • Bekrachtig positieve eigenschappen: ‘Waar ben je trots op? Welke kwaliteit heb je ingezet voor deze oefening? Wanneer kun je die nog meer gebruiken?’
  • Bied leerlingen vaker een keuze, bijvoorbeeld tussen twee varianten van één oefening
  • Stel vragen, om ze zelf het gewenste gedrag te laten bedenken (‘Op welke manier ga jij dit vak halen?’)
  • Activeer commitment: ‘Benoem hier 3 voornemens’ of ‘Vijf afspraken met mezelf:’
  • Spreek uit dat je hoge verwachtingen hebt van cursisten – bewezen effectief voor betere prestaties (‘Hé taaltopper’)
  • En bonustip voor auteurs zelf: denkt de beroepsgroep bijvoorbeeld ‘Mijn werk wordt ondergewaardeerd’? Schrijf dan over wanneer auteurs zich echt gezien voelen, en laat docenten de meerwaarde benoemen. Onder het motto: LES is MORE ?.
Wat zoek je?