Column: De drie P’s

Waarom neem je een opdracht aan of niet, een te volle agenda niet meegerekend? Zelf gebruik ik de drie P’s als filter. Kan ik minstens twee van de drie P’s aanvinken, dan wordt het meestal een ja, al is een full house van drie P’s nóg beter. Tel ik maar één P, dan wordt het negen van de tien keer nee.

De eerste P is de P van Pret. Hoe lekker is het als je met plezier aan een opdracht werkt? Die pret is persoonlijk. De een vindt het heerlijk met formules in de weer te zijn of cases in de zorg te beschrijven, een ander maakt juichend spellingsoefeningen.

De tweede P is van Poen: het brood op de plank, de huur of hypotheek, de premie voor de arbeidsongeschiktheidsverzekering of de storting voor het broodfonds en o ja, dat pensioengat … Een goed betaalde opdracht is aantrekkelijk, zeker als die ook de pretfactor heeft. Maar wat als een opdracht vet op de botten geeft, maar daarmee alles is gezegd? Dan is er altijd nog die derde P: de P van Prestige. Een opdracht schuift misschien weinig of juist veel, maar is dodelijk saai. Dan geeft de derde P soms de doorslag; je vergroot je naamsbekendheid ermee, of je bewijst binnen een voor jou nieuw veld dat je ook hierin bekwaam bent.

 

Peinzend over de drie P’s had ik toch het gevoel dat ik nog een P miste. Want wat als een opdracht inhoudelijk pret geeft, voor poen zorgt en het werk je naam eer aandoet? Maar je merkt dat de opdrachtgever te hoge eisen stelt, afspraken niet nakomt of de planning moordend is? Krab je dan stevig achter je oren en vraag je af of je door wilt gaan met deze opdracht.

 

Mijn filter heeft er een vierde P bij. De P van een positieve, professionele werkrelatie met de opdrachtgever.

Ga hier terug naar de homepage.

Wat zoek je?