Tussen de regels met: Aafke Moons
In deze rubriek gaan we in gesprek met educatief auteurs. Waar en waaraan werken ze, met en voor wie, en waar worden ze blij van? Een gesprek over creëren, samenwerken en (on)zichtbaarheid. Aafke Moons (1978) studeerde Engels en is sinds 2001 freelance-auteur en -redacteur van educatieve publicaties bij verschillende uitgeverijen. Ze heeft onder andere meegewerkt aan methoden Engels en Nederlands voor het voorgezet onderwijs en het mbo.
Door: Yvonne Hobma
Hoe ben je begonnen als educatief ontwikkelaar?
‘Van 1996-2000 heb ik Engels gestudeerd en vervolgens heb ik hier de Lerarenopleiding Engels aan toegevoegd om een jaar extra kennis op te doen. Tijdens mijn LIO-stage (Leraar In Opleiding) merkte ik dat het docentschap niet mijn roeping was. Ik had een vakantiebaantje bij Noordhoff voor het schrijven van webopdrachten en na het afronden van de lerarenopleiding en een jaar lesgeven, kwam ik erachter dat ik uit redactiewerk de meeste voldoening haalde. Van 2001 tot nu ben ik freelance-redacteur en -auteur geweest voor onder andere Noordhoff Uitgevers BV, Malmberg, Uitgeverij Essener, Blink, ThiemeMeulenhoff en Pearson Benelux.’
Mag je voor meerdere uitgeverijen tegelijkertijd werken?
‘Zolang je schrijft en redigeert voor verschillende doelgroepen, kan dit prima naast elkaar bestaan. Zo vertaalde en redigeerde ik voor Schoolsupport materiaal voor het basisonderwijs en heb ik meegewerkt aan Stepping Stones voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Als ik voor meerdere uitgeverijen tegelijkertijd werk, geef ik dat vooraf wel altijd netjes aan bij de uitgever.’
Voor wie werk je en waaraan?
‘Voor Noordhoff Uitgevers heb ik gewerkt aan de methode NU Engels voor het mbo, voor Hogeschooltaal aan een online grammaticatraining Engels voor het hbo en voor ThiemeMeulenhoff aan WaspReporter. Dat laatste wil ik blijven doen, ook al ga ik vanaf 1 oktober elders in loondienst.’
Waarom wil je juist hier blijven werken?
‘Ik werk al meer dan twintig jaar voor ThiemeMeulenhoff en we zijn een hecht team met veel gezelligheid en creatieve vrijheid. Er is er veel autonomie onder de auteurs. We zijn vrij in de teksten die we kiezen, wat we ermee doen, en we krijgen gelegenheid om elkaar op een andere manier te spreken. Daarnaast is de doorlooptijd groot, dus ik kan het werk verdelen over meerdere weken. De ene week ben ik bijvoorbeeld tien uur bezig met de correctie van een drukproef en de andere week doe ik niets.’
En waarom wil je de andere werkzaamheden afstoten?
‘Dit is een natuurlijk proces. Na het verschijnen van een editie van een lesmethode, duurt het meestal een aantal jaren voordat er weer een nieuwe editie verschijnt. Ik ben eindredacteur van een lesmethode (NU Engels) en dit is heel veel werk. Hier heb ik drie dagen per week voor nodig. In totaal heb ik nu drie edities begeleid en het is een goed moment voor mij om een nieuwe stap te zetten en plaats te maken voor een nieuwe eindredacteur.’
Het contact met collega’s en het volgen van (inter)nationaal nieuws helpt mij om inhoudelijk scherp en gevarieerd te blijven.
Hoe ga je die drie dagen dan invullen?
‘Binnenkort ga ik dertig uur per week voor Medisch Contact werken. Dit is een weekblad voor artsen in Nederland. Ik heb als coördinator gewerkt voor Prelum, een aanbieder van nasholingstijdschriften voor de zorgsector, en met die ervaring heb ik gesolliciteerd bij Medisch Contact en heb ik de functie gekregen. Het blad wordt uitgegeven voor de KNMG en gaat over allerlei zaken, van tuchtrecht tot alledaagse praktijkperikelen. Het is ook leesbaar en interessant voor niet-artsen. Ik kijk ernaar uit om weer echt met tekst bezig te zijn: spelling, zinsbouw en grammatica. Daarnaast breid ik zo ook weer mijn eigen kennis uit, en leer ik vast weer veel leuke mensen kennen.
Waar werk je en hoe ziet je werkplek eruit?
‘Ik werk al 25 jaar vanuit huis en dat bevalt goed. Mijn werkplek is in een soort serre op de benedenverdieping naast de keuken, met aan de ene kant openslaande deuren naar de tuin en aan de andere kant een schuifdeur naar de keuken. In de winter sluit ik de doorgang naar de keuken af, waardoor mijn werkplek warm blijft. Het is een mooie grote ruimte met een groot bureau.
Als ik in oktober voor Medisch Contact ga werken, ga ik overigens twee dagen in de week naar kantoor. Omringd zijn door collega’s wordt wel weer even wennen, maar aan de andere kant vind ik het sociale aspect ook wel weer heel erg leuk. Al heb ik het in die 25 jaar nooit echt gemist.’
Waar word je blij van in je werk?
‘Ik word heel blij van netjes en gestructureerd werk afleveren: informatie gladstrijken en zorgen dat een tekst taaltechnisch klopt. Maar ik word ook blij van het werken in een team met mede-freelancers die ik al jaren ken, zoals bij WaspReporter, of van vergaderingen met aansluitend een etentje en gelegenheid om elkaar op een andere manier te ontmoeten.’
Wat heb je nodig om fijn te kunnen werken en waardoor laat je je inspireren?
‘Goede communicatie is een must, bij voorkeur via e-mail of via telefonisch contact. Snelle en volledige reacties op e-mails zijn belangrijk, net als tijdige updates van de uitgever over relevante ontwikkelingen, zoals de nieuwe kerndoelen. Verder vind ik goed internet en een prettige werkplek essentieel om goed te kunnen werken.
Studiedagen, zoals de Dag van de Educatief Auteur of vakcongressen, zijn inspirerend en bieden nieuwe ideeën, ook al zijn ze niet altijd direct toepasbaar. Het contact met collega’s en het volgen van (inter)nationaal nieuws helpt mij om inhoudelijk scherp en gevarieerd te blijven.

Welke trends zie je in je werk als educatief auteur?
‘De terugloop van het aantal freelanceopdrachten is een trend. Ik kon buiten mijn gebruikelijke vakgebied geen geschikte freelanceopdracht vinden. De functie waar ik nu op heb gesolliciteerd is dat wel, maar dit is dan ook een loondienstfunctie. Veel bedrijven zijn huiverig geworden om met freelancers te werken, vanwege de veranderende wetgeving.
Een andere trend is aandacht voor duurzaamheid in het onderwijs. Daarbij speelt ook de vraag of studieboeken na één jaar weggegooid moeten worden of juist kunnen worden hergebruikt. Vroeger werkte ik zelf met een combinatie van werk- en leerboeken, en was hergebruik heel normaal.
Daarnaast is artificial intelligence (AI) in opkomst. Dit kan een bedreiging vormen, mede doordat teksten makkelijk gegenereerd kunnen worden via AI. Dit zie ik overigens nog niet direct terug bij de educatief auteurs, omdat de teksten gecompliceerd zijn en aan allerlei eisen moeten voldoen, maar ik ben bang dat dit nog wel zichtbaarder gaat worden voor de educatieve uitgevers.’
Maak je zelf gebruik van AI?
‘Ik gebruik het als tool om me op nieuwe ideeën te brengen. Ik moest bijvoorbeeld eens heel veel verschillende grammaticazinnen bedenken. Toen heb ik ChatGPT bijvoorbeeld gevraagd: ‘Geef me eens 10 zinnen over onderwerp x op B2-niveau, Brits-Engels, in verschillende contexten’. Dit heeft me op weg geholpen. Je moet zelf natuurlijk wel altijd kritisch blijven lezen.’
Voel jij je zichtbaar als educatief auteur?
‘Ik ben niet heel zichtbaar, denk ik. Wel binnen de beroepsgroep, maar binnen mijn familie vragen ze al 20 jaar of ik nog steeds vertaalwerk doe, terwijl ik educatief auteur en redacteur ben. Veel mensen beseffen niet dat andere mensen aan het werk zijn om al die schoolboeken te maken. De beroepsgroep is niet heel zichtbaar, maar daar heb ik eerlijk gezegd ook geen behoefte aan. Het is overigens wel goed om je te verenigen voor een gezamenlijk belang.’
Tot slot: wat doe je graag in je vrije tijd, zodat je hoofd vrij is voor een frisse start en inspiratie op het werk?
‘Netflixen, kletsen met vriendinnen, ideeën uitwisselen met mensen uit allerlei beroepsgroepen. Daarnaast heb ik altijd veel gedanst in Groningen, maar nu woon ik in Hilversum, dus daar ben ik een aantal jaar geleden mee gestopt. In vakanties lees ik een boek of ik bezoek oude steden en landgoederen of kastelen. Deze zomer nog in de Loire in Frankrijk. In de zomer ga ik ook regelmatig het water op, even een rondje Loosdrechtse Plassen in de sloep van mijn vriend. Uit eten vind ik ook heel gezellig, maar koken laat ik liever aan anderen over.’